Voorwaarden Verhuisbedrijven.

De kleine lettertjes bij een verhuizing

Deze algemene voorwaarden van de Samenwerkende Vakafdelingen Verhuizen en Meubeltransport (SAVAM) zijn tot stand gekomen in april 2000 in overleg met de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringoverleg van de Sociaal Economische Raad en treden in werking per 1 juli 2000. De AVBV bestaat uit 21 artikelen:

1. Definities
2. Werkingssfeer
3. Vooraf verstrekken van informatie door partijen
4. Bewaarloon
5. Sluiten van de overeenkomst
6. Adreswijziging
7. Annuleren, opzeggen van de overeenkomst
8. Opzeggen door de klant
9. Opzeggen door de bewaarnemer
10. Teruggave
11. Betaling
12. Betalingsachterstand, pandrecht en openbare verkoop
13. Verplichtingen van de bewaarnemer
14. Aansprakelijkheid van de bewaarnemer
15. Schadevergoeding
16. Aansprakelijkheid van de klant
17. Verzekering
18. Schademelding
19. Geschillen
20. Nakominggarantie
21. Wijzigingen

Artikel 1 – Definities

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
a. klant: de bewaargever, degene die verhuisgoederen in bewaring geeft;

b. bewaarnemer: degene die beroepsmatig verhuisgoederen in bewaring neemt;

c. bewaarnemingsovereenkomst: de overeenkomst waarin de bewaarnemer zich tegenover de klant verbindt de verhuisgoederen die de klant hem toevertrouwt of zal toevertrouwen, te bewaren en terug te geven;

d. verhuisgoederen: zaken die zich in een, al dan niet, overdekte ruimte bevinden en die tot de stoffering, meubilering of inrichting van die ruimte bestemd zijn en als zodanig reeds zijn gebruikt;

e. bergplaats: een schone en droge ruimte die geschikt is om er verhuisgoederen te bewaren;

f. inventarislijst: een, door de klant en de bewaarnemer ondertekende, lijst waarop de in bewaring gegeven verhuisgoederen en de zichtbare gebreken daaraan zijn vermeld.

Artikel 2 – Werkingssfeer

Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op een overeenkomst tot bewaarneming van verhuisgoederen.

Partijen kunnen overeenkomen deze voorwaarden te laten gelden voor bij de verhuisgoederen behorende zaken, zoals auto’s, boten en caravans.

Artikel 3 – Vooraf verstrekken van informatie door partijen

1. De bewaarnemer wijst de klant erop dat de klant kennis moet geven van zaken onder de in bewaring te geven verhuisgoederen die kennelijk gevaar op kunnen leveren voor de goederen die in de bergplaats worden bewaard, van zaken die een bijzondere zorg behoeven en desgewenst van de aanwezigheid van waardevolle papieren, voorwerpen van edelmetaal of geldswaardige papieren.

2. De bewaarnemer heeft het recht goederen die voor zijn bergplaats ongeschikt zijn te weigeren.In ieder geval worden niet in bewaring genomen: aan bederf onderhevige goederen, levensmiddelen, brandstoffen, ontplofbare stoffen en wapens.

3. De bewaarnemer draagt er zorg voor, dat van elke bewaarneming bij het sluiten van de bewaarnemingsovereenkomst een inventarislijst zal worden opgemaakt, die als bijlage deel uitmaakt van de bewaarnemingsovereenkomst. Op de inventarislijst dient zo mogelijk de door de klant opgegeven waarde van één of meerdere in bewaring gegeven zaken worden aangegeven.

Artikel 4 – Bewaarloon

1. Het bewaarloon, zijnde de prijs voor de bewaarneming, wordt bepaald aan de hand van het volume, gewicht of ruimtebeslag van de in bewaring te nemen verhuisgoederen, de zorg die volgens de bewaarnemingsovereenkomst aan deze goederen moet worden besteed en de periode waarop de bewaarneming betrekking heeft.

2. De volgende kosten maken geen deel uit van het bewaarloon en worden afzonderlijk aan de klant in rekening gebracht:

a. kosten die bij het afsluiten van de overeenkomst niet voorzienbaar waren maar die de bewaarnemer niettemin moet maken in verband met de overeengekomen zorg voor de in bewaring gegeven goederen of die hij moet maken om aan zijn zorgplicht te kunnen voldoen; slechts voorzover de oorzaak in de verhuisgoederen van de klant is gelegen. De bewaarnemer stelt de klant als dit mogelijk is vooraf op de hoogte van de te nemen maatregelen en de kosten;

b. kosten verbonden aan het in ontvangst nemen en weer afgeven van de verhuisgoederen (in- en uitslagkosten).

Artikel 5 – Sluiten van een overeenkomst

1. De offerte voor het in bewaring nemen van verhuisgoederen wordt zo mogelijk schriftelijk uitgebracht.

2. In de, gedateerde, offerte wordt in ieder geval vermeld:

a. de begindatum en zo mogelijk de einddatum van de bewaarneming of als dat niet mogelijk is de aanduiding van onbepaalde duur;

b. het bewaarloon, de betalingswijze en de betaaltermijn;

c. de kosten verbonden aan het in ontvangst nemen en weer teruggeven van de verhuisgoederen (in- en uitslagkosten);

d. welke zorgmaatregelen de bewaarnemer zal treffen en de kosten van die maatregelen;

e. de informatieverplichting die de partijen hebben volgens de Algemene Voorwaarden. Een exemplaar van deze voorwaarden wordt bij de offerte gevoegd. Tevens verstrekt de bewaarnemer algemene informatie omtrent de mogelijkheden van verzekering.

3. De offerte blijft onherroepelijk tot veertien dagen na ontvangst.

4. De bewaarnemingsovereenkomst is tot stand gekomen zodra de klant zo mogelijk schriftelijk heeft laten weten de offerte van de bewaarnemer te accepteren dan wel op het moment, dat de overeenkomst door beide partijen is ondertekend, indien geen offerte is uitgebracht.

5. De bewaarnemingsovereenkomst komt eveneens tot stand zodra de klant daadwerkelijk verhuisgoederen aan de bewaarnemer in bewaring geeft. In dit geval heeft de bewaarnemer, indien er geen bewaarloon is overeengekomen, er recht op een bewaarloon vast te stellen naar redelijkheid en billijkheid.

Artikel 6 – Adreswijziging

1. De klant is verplicht de bewaarnemer zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte te brengen van wijzigingen van zijn adres.

2. De bewaarnemer kan volstaan met het doen van alle mededelingen aan de klant, waartoe hij uit hoofde van de bewaarnemingsovereenkomst is gehouden, aan het hem laatst bekende adres.

3. Bij afwezigheid van tenminste twee maanden van de klant dient de klant dit aan de bewaarnemer te melden en een contactpersoon of gemachtigde aan te wijzen.

4. De bewaarnemer is niet aansprakelijk voor de schade die de klant lijdt, doordat de klant zelf niet aan de in dit artikel opgenomen verplichtingen van de klant heeft voldaan.

Artikel 7 – Annuleren

De klant mag de overeenkomst annuleren. Hij is de bewaarnemer daarvoor een schadevergoeding verschuldigd. Bij annulering binnen zeven dagen voor de begindatum van de bewaarneming bedraagt de schadevergoeding ten hoogste het bewaarloon van een maand.

Artikel 8 – Opzeggen van de overeenkomst door de klant

De klant kan een bewaarnemingsovereenkomst tussentijds opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van een maand.

1. De klant is verplicht de in bewaring gegeven verhuisgoederen terug te nemen voor het verstrijken van de opzegtermijn tegen betaling van nog niet voldaan bewaarloon, alsmede van eventuele ten laste van de klant komende kosten. De teruggave vindt zo veel mogelijk plaats op het door de klant gewenste tijdstip.

2. Na het verstrijken van de opzegtermijn liggen de in bewaring gegeven verhuisgoederen bij de bewaarnemer voor rekening en risico van de klant met dien verstande, dat de verplichting tot het betalen van bewaarloon blijft doorlopen tot het moment waarop de verhuisgoederen aan de klant zijn teruggegeven dan wel deze door de bewaarnemer zijn verkocht of vernietigd.

Artikel 9 – Opzeggen van de overeenkomst door de bewaarnemer

1. De bewaarnemer kan een bewaarnemingsovereenkomst tussentijds opzeggen bij bedrijfsbeëindiging. Hij dient het opzeggen schriftelijk aan de klant te berichten met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden om hem voldoende tijd te geven om met een andere bewaarnemer een overeenkomst aan te gaan. Als de klant daartoe redelijkerwijs niet in staat is dient de bewaarnemer vervangende bewaarneming te regelen en de klant daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte te stellen.

2. Indien na het verstrijken van de opzegtermijn door nalatigheid van de klant geen vervangende bewaarneming behoefde te worden geregeld, liggen de in bewaring gegeven verhuisgoederen bij de bewaarnemer voor rekening en risico van de klant. De verplichting tot het betalen van bewaarloon blijft doorlopen voor de duur van de vervangende bewaarneming of tot het moment waarop de verhuisgoederen aan de klant zijn teruggegeven dan wel deze door de bewaarnemer zijn verkocht of vernietigd.

Artikel 10 – Teruggave

1. De bewaarde verhuisgoederen worden teruggegeven op het adres van de bergplaats, tenzij anders wordt overeengekomen.

2. De bewaarde verhuisgoederen worden teruggegeven aan de klant met inachtneming van artikel 11.2. Als dit niet mogelijk is worden zij overhandigd aan degene die daartoe door de klant schriftelijk is gemachtigd. Als er geen gemachtigde is worden zij overhandigd aan degene die uit anderen hoofde dan de bewaarnemingsovereenkomst recht heeft op teruggave daarvan, tenzij daarop beslag is gelegd en uit de vervolging van dit beslag een verplichting tot afgifte aan de beslaglegger voortvloeit.

3. Bij tussentijdse teruggave van een deel van de in bewaring genomen verhuisgoederen, dient een door de bewaarnemer en de klant te ondertekenen lijst te worden opgesteld, waarop de teruggegeven goederen vermeld staan. De bewaarnemer kan van de klant een zekerheidsstelling verlangen voor de voldoening van het bewaarloon, wanneer de waarde van de nog niet teruggegeven goederen daartoe aanleiding geeft of overigens, wanneer hij gegronde redenen heeft te twijfelen aan tijdige betaling van het bewaarloon in de toekomst.

4. De bewaarnemingsovereenkomst eindigt door het overlijden van de klant, wanneer de klant onder curatele wordt gesteld, aan hem/haar surseance van betaling is verleend danwel hij/zij in staat van faillissement komt te verkeren. Het bewaarloon is alsdan verschuldigd tot en met de maand volgende op de maand waarin betreffende gebeurtenis plaatsvond. De erfgenamen c.q. de curator of de bewindvoerder is/zijn verplicht de verhuisgoederen terug te nemen voor het einde van de periode waarover bewaarloon moet worden betaald. De artikelen 8, 11 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 – Betaling

1. Het bewaarloon en eventuele andere uit de overeenkomst voortvloeiende kosten moeten steeds per, door de klant en de bewaarnemer, overeengekomen periode worden betaald.

2. Alle kosten die de klant verschuldigd is aan de bewaarnemer moeten voor teruggave van de verhuisgoederen zijn voldaan. De bewaarnemer heeft het recht van terughouding op de in bewaring genomen verhuisgoederen totdat de klant aan al zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan ter zake van de gesloten bewaarnemingsovereenkomst of een voorafgaande, tussen dezelfde partijen gesloten verhuisovereenkomst.

Artikel 12 – Betalingsachterstand, pandrecht en openbare verkoop

1. Als de klant een achterstand heeft bij het voldoen aan zijn betalingsverplichtingen zoals deze uit de overeenkomst voortvloeien moet hij het verschuldigde bedrag na sommatie per omgaande betalen. Het oorspronkelijk verschuldigde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke rente, gerekend vanaf de in de sommatie genoemde uiterste betalingsdatum tot de dag van ontvangst van het verschuldigde, en met alle door de bewaarnemer in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke incassokosten. De bewaarnemer moet de sommatie aangetekend aan de klant toe sturen aan het hem laatst bekende adres.

2. Als de betalingsachterstand van de klant meer dan zes maanden bedraagt, gerekend vanaf de oorspronkelijke betalingsdatum, of deze betalingsachterstand de dagwaarde van de in bewaring genomen verhuisgoederen inclusief kosten van verkoop of ruiming overtreft, verkrijgt de bewaarnemer het recht de overeenkomst op te zeggen en tot openbare verkoop (pandrecht) van de verhuisgoederen over te gaan:

a. als hij de klant, via een aangetekend schrijven gesommeerd heeft alsnog te betalen en

b. als hij de klant bij deurwaardersexploit nogmaals heeft gemaand de verschuldigde kosten te voldoen. In het exploit dient vermeld te worden dat de bewaarnemer tot openbare verkoop zal overgaan als de genoemde termijn is verstreken.

De openbare verkoop mag worden vervangen door een onderhandse verkoop, indien de te verwachten kosten van openbare verkoop meer zullen gaan bedragen dan de geschatte opbrengst van de verhuisgoederen.

3. De bewaarnemer is verplicht de opbrengst van de verkochte verhuisgoederen, onder aftrek van de op grond van de overeenkomst verschuldigde kosten, de vanwege de betalingsachterstand verschuldigde kosten en de in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke incassokosten, aan de klant ter hand te stellen.

Artikel 13 – Verplichtingen van de bewaarnemer

1. De bewaarnemer verplicht zich verhuisgoederen te bewaren en terug te geven, waarbij hij is gehouden de verhuisgoederen terug te geven in de staat waarin hij ze heeft ontvangen. Bij de bewaring moet de bewaarnemer de zorg van een goed bewaarder in acht nemen.

2. De bewaarnemer is verplicht de klant gedurende de bewaarneming toegang te verschaffen tot de in bewaring genomen verhuisgoederen tegen vergoeding van de daaraan verbonden extra door de bewaarnemer te maken kosten en mits daaromtrent vooraf met de bewaarnemer een afspraak is gemaakt.

Artikel 14 – Aansprakelijkheid van de bewaarnemer

1. Bij het niet nakomen van de op hem rustende verplichtingen is de bewaarnemer aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade, tenzij het niet-nakomen is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig bewaarnemer niet heeft kunnen vermijden en voor zover zulk een bewaarnemer de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen.

2. De bewaarnemer kan zich niet van zijn aansprakelijkheid ontheffen met een beroep op:

a. de gebrekkigheid van de bewaarplaats;

b. de gebrekkigheid van het materiaal dat hij gebruikt.

c. enig door toedoen van derden, wier handelingen niet voor rekening van de klant komen, aan de verhuisgoederen overkomen ongeval.

3. De bewaarnemer is, mits hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan en behoudens tegenbewijs, niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van bijzondere risico’s verbonden aan een of meer van de volgende omstandigheden:

a. schade aan of verlies van de in bewaring genomen verhuisgoederen indien de schade of het verlies voortkomt uit eigen gebrek of eigen bederf van deze verhuisgoederen;

b. schade aan zaken die niet door de bewaarnemer of zijn personeel zijn ingepakt, verpakt of uitgepakt en die niet te wijten is aan handelingen van de bewaarnemer of zijn personeel;

c. schade veroorzaakt door het uitlopen van vloeibare stoffen uit lampen, flessen, vaten en dergelijke;

d. schade aan elektrische, elektronische en mechanische apparatuur, uurwerken, barometers voor zover de schade uitsluitend samenhangt met de aard of de staat van de betrokken zaak;

e. het aflopen van de foelie van spiegels of de beschadiging daarvan;

f. schade aan de verhuisgoederen zoals door mot, houtworm of roest mits de overeengekomen zorgmaatregelen zijn uitgevoerd;

g. schade die voortvloeit uit de aard van de in bewaring genomen zaken zelf, zoals bijvoorbeeld vers gepolitoerde of geschilderde meubelen, het loslaten van gips van geschilderde of vergulde spiegel- of schilderijlijsten, het loslaten van lijm van stukken van meubelen, het inwerken van de atmosfeer op pasteltekeningen, het ontstemmen van piano’s, het achteruitgaan van de kwaliteit van informatiedragers zoals audio- en videobanden en dergelijke, mits de overeengekomen zorgmaatregelen zijn uitgevoerd;

h. schade als gevolg van het verloren gaan van sleutels van meubelen, tenzij deze aan de bewaarnemer of zijn personeel werden overhandigd en hiervan blijkt uit de inventarislijst;

i. schade als gevolg van het verloren gaan van zaken zoals bankpapier, munten en penningen, geldswaardig papier, edele metalen, edelgesteente, parels, documenten en postzegelverzamelingen als niet uit de inventarislijst of een ander door de klant en de bewaarnemer ondertekend document blijkt dat deze zaken daadwerkelijk in bewaring zijn gegeven.

4. Wanneer de bewaarnemer bewijst dat, gelet op de omstandigheden van het geval, het niet nakomen van de op hem uit hoofde van de in artikel 13 rustende verplichting een gevolg heeft kunnen zijn van een of meer der hierboven in lid 3 genoemde bijzondere risico’s, wordt vermoed, dat het niet nakomen daaruit voortvloeit, onverminderd de bevoegdheid van de klant tot het leveren van tegenbewijs.

Artikel 15 – Schadevergoeding

1. Voor zover de bewaarnemer aansprakelijk is wegens niet nakomen van zijn verplichtingen zoals genoemd in artikel 13 heeft de klant recht op een vergoeding welke als volgt is samengesteld:

a. bij totaal verlies of vermissing een vergoeding gelijk aan de waarde die het betrokken verhuisgoed zou hebben gehad op het tijdstip waarop en de plaats waar het had moeten worden afgeleverd, vermeerderd met eventuele kosten die direct verband houden met de schade;

b. bij gedeeltelijk verlies of beschadiging een vergoeding die ter keuze van de klant bestaat uit:

– een redelijk bedrag voor herstel van het beschadigde verhuisgoed;

– een bedrag gelijk aan de waarde die het verhuisgoed zou hebben gehad op het tijdstip waarop en de plaats waar het had moeten worden afgeleverd, verminderd met de restwaarde van het verhuisgoed bij de teruggave, alsmede met eventuele besparingen aan de zijde van de klant.

2. De schadevergoeding, die de bewaarnemer op grond van een door hem aangegane overeenkomst tot bewaarneming van verhuisgoederen is verschuldigd wegens het niet nakomen van de op hem uit hoofde van die overeenkomst rustende verplichtingen, is beperkt tot een bedrag van maximaal fl. 100.000,- per inboedel, tenzij partijen overeenkomen dat de maximale contractuele aansprakelijkheid van de bewaarnemer uit deze overeenkomst tegen vergoeding verhoogd wordt tot een nader aan te geven bedrag.

Artikel 16 – Aansprakelijkheid van de klant

1. De klant moet de schade die de bewaarnemer heeft geleden als gevolg van door de klant in bewaring gegeven verhuisgoederen vergoeden, alsmede alle noodzakelijk gemaakte kosten van eventuele ontruiming, verkoop, betekening van deurwaardersexploten, en dergelijke.

2. Indien de klant zijn verplichting niet is nagekomen als bedoeld in artikel 6, komen eventuele kosten die daarvan het gevolg zouden zijn ten laste van de klant.

Artikel 17 – Verzekering

1. De bewaarnemer is verplicht verzekerd te zijn tegen zijn aansprakelijkheidsrisico’s uit hoofde van de wet en deze voorwaarden.

2. De bewaarnemer wijst de klant erop dat, teneinde verzekerd te zijn tegen risico’s waarvoor de bewaarnemer niet aansprakelijk is:

a. de klant zijn eigen inboedelverzekering gedurende de bewaarneming dient over te schrijven naar het adres van de bergplaats, dan wel

b. de klant een tijdelijke opslagverzekering voor verhuisgoederen voor de bewaarnemingperiode dient af te sluiten.

Artikel 18 – Schademelding

1. a. Direct waarneembare schade dient bij of dadelijk na de teruggave aan de bewaarnemer te worden gemeld, bij gebreke waarvan de bewaarnemer wordt geacht de verhuisgoederen zonder direct waarneembare schade te hebben teruggegeven.

b. Niet-direct waarneembare schade dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen veertien dagen na de teruggave aan de bewaarnemer te worden gemeld, bij gebreke waarvan de bewaarnemer wordt geacht de verhuisgoederen zonder niet-direct waarneembare schade te hebben teruggeven.

c. Dadelijk na teruggave kan de klant op verzoek uitstel worden verleend van de in a. en b. van dit lid vermelde termijnen. Eventuele schade dient alsdan vóór het verstrijken van de uitsteltermijn te worden gemeld.

2. De mogelijkheid tot het instellen van een vordering door de klant vervalt van rechtswege 1 jaar na de datum van teruggave.

3. De schadeaangifte dient zo mogelijk schriftelijk te gebeuren.

Artikel 19 – Geschillen

1. Geschillen tussen de klant en de bewaarnemer over de totstandkoming of uitvoering van de bewaarnemingsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 sub c kunnen zowel door de klant als door de bewaarnemer worden voorgelegd aan de: Geschillencommissie Verhuizen, Surinamestraat 24 – 2585 GJ ‘s-Gravenhage.

2. Een geschil wordt door de geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de klant zijn klacht eerst aan de bewaarnemer heeft voorgelegd.

3. Nadat de klacht aan de bewaarnemer is voorgelegd dient het geschil uiterlijk drie maanden na het ontstaan daarvan schriftelijk bij de geschillencommissie aanhangig te worden gemaakt.

4. Wanneer de klant een geschil voorlegt aan de Geschillencommissie, is de bewaarnemer aan deze keuze gebonden. Indien de bewaarnemer dit wil doen, moet hij de klant schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De bewaarnemer dient daarbij aan te kondigen, dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil aan de gewone rechter voor te leggen.

5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de geschillencommissie wordt desgevraagd toegezonden. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.

6. Uitsluitend de Nederlandse rechter dan wel de hierboven genoemde geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.

Artikel 20 – Nakominggarantie

De SAVAM zal de verplichtingen van een lid tegenover de klant, hem in een bindend advies opgelegd door de Geschillencommissie Verhuizen, overnemen indien het lid deze verplichting niet binnen de daarvoor in het bindend advies gestelde termijn is nagekomen; een en ander tenzij het lid dat bindende advies binnen twee maanden na dagtekening daarvan ter toetsing aan de rechter heeft voorgelegd. Voor toepassing van deze garantie is vereist dat de klant een schriftelijk beroep hierop doet bij de SAVAM en de uitspraak van de geschillencommissie betrekking heeft op de toepassing van deze voorwaarden.

Artikel 21 – Wijzigingen

Wijzigingen in deze voorwaarden kunnen uitsluitend in overleg met de Consumentenbond tot stand komen. In geval van zodanige wijzigingen worden deze eerst van kracht twee maanden nadat de wijzigingen zijn gepubliceerd door de SAVAM, die de verplichting op zich neemt, zodra de wijzigingen zijn vastgesteld deze openbaar te maken.